Achtergronden op basis van panoramische afbeeldingen creëren
Wanneer u een panoramische achtergrond gebruikt, gedraagt deze zich als een oneindig grote, van een textuur voorziene bol of kubus die rond het midden van het model ligt. De virtuele bol of kubus is zodanig groot dat de weergave niet verandert wanneer u de kijkafstand aanpast. Wanneer u het aanzicht wijzigt zal u merken dat een andere deel van de afbeelding op de achtergrond zichtbaar is. Dit draagt bij tot het driedimensionele aspect van het model.
Een panoramische afbeelding als achtergrond wordt gerenderd als een combinatie van een achtergrond en lichtbronnen. Het is echter ook mogelijk om één achtergrondhulpbron te gebruiken die de omgeving voorstelt, een andere voor achtergrondlicht (zie Instellingen belichting) en nog een andere voor de reflecties (zie Renderworksstijlen creëren). Panormaische achtergronden worden ook gebruikt in Renderworksstijlen.
Enkel of dubbel gebruik van een panoramische achtergrond |
Creatiemethode |
Gebruik één panoramische achtergrondhulpbron om zowel de omgeving als het achtergrondlicht te genereren |
Creëer een panoramische achtergrond en pas deze toe op de laag. Het dialoogvenster ‘Belichting’ (dat u oproept via het commando Belichting) is standaard ingesteld volgens de lichtinstellingen van de huidige achtergrond. |
Gebruik één panaramische achtergrond om enkel de omgeving te genereren |
Creëer een panoramische achtergrond en pas deze toe op de laag. In het dialoogvenster ‘Belichting’ selecteert u de optie ‘Geen’. |
Gebruik één panaramische achtergrond om enkel het achtergrondlicht te genereren |
Creëer een panoramische achtergrond, maar pas deze niet toe op de laag. In het dialoogvenster ‘Belichting’ duidt u de optie Vanuit geselecteerde achtergrond aan en selecteert u de hulpbron. |
Gebruik één panoramische achtergrond voor de omgeving en een andere achtergrondhulpbron voor het achtergrondlicht. |
Creëer een eerste panoramische achtergrond (voor de omgeving) en pas deze toe te passen op de laag. Creëer een tweede panoramische achtergrond maar pas deze niet toe op de laag. In de plaats daarvan selecteert u in het dialoogvenster ‘Belichting’ de optie Vanuit geselecteerde achtergrond en selecteert u de tweede hulpbron (voor het achtergrondlicht). |
In een perspectiefprojectie krijgt u het beste renderingsresultaat. In een orthogonale projectie kunt u belichting en reflecties toepassen op een panoramische achtergrond, maar door het enge gezichtsveld zal de achtergrond worden weergegeven met slechts één achtergrondkleur.
Opgelet: wanneer zowel de panoramische achtergrond als de tekening een zon bevat, lopen de stralen van deze lichtbronnen mogelijk in verschillende richtingen en werpen de objecten meerdere schaduwen.
Om een panoramische achtergrond te creëren:
Creëer de hulpbron voor de achtergrond zoals beschreven in Renderworksachtergronden creëren.
Selecteer bij Achtergrond de optie ‘panoramische afbeelding’.
Selecteer het afbeeldingsbestand dat u wenst te gebruiken. De geschikte bestandsformaten zijn .hdr, .jpg en .png. De afbeelding wordt automatisch naar een formaat met lengte- en breedtegraad geconverteerd. U kunt hiervoor ook een OpenEXR-bestand (.exr) gebruiken.
Het dialoogvenster ‘Bewerk panoramische afbeelding’ wordt geopend.
Klik hier om de velden te tonen /te verbergen.Klik hier om de velden te tonen /te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Voorvertoning |
Links bovenaan ziet u een voorvertoning van de geselecteerde afbeelding. |
Rotatie |
Geef de rotatiehoek van de Renderworksachtergrond op. Hiermee roteert u de afbeelding in wijzerszin rond de Z-as. Merk op: hierddoor zal de lichtinval veranderen en een ander deel van de afbeelding zichtbaar zijn op de achtergrond. (Het bereik ligt tussen +180° en -180°.) |
Vervang afbeelding |
Klik op deze knop om een andere afbeelding te selecteren. |
Lichtsterkte (%) |
Bepaal de sterkte van het achtergrondlicht. Geef een percentage in of gebruik de schuifbalk om de lichtsterkte aan te passen. Het is mogelijk om een waarde van meer dan 100% in te geven. |
Saturatie (%) |
Bepaal de kleurverzadiging van het achtergrondlicht. Geef een percentage in of gebruik de schuifbalk om de verzadiging aan te passen. Het is mogelijk om een waarde van meer dan 100% in te geven. |
Kwaliteit |
Selecteer de gewenste kwaliteit van de gerenderde afbeelding. Merk op: hogere waarden geven een betere weergave van de kleuren en schaduwen, maar verlengen de rendertijd aanzienlijk. Selecteer de optie ‘Van rendermethode’ om de kwaliteit voor Zachte schaduwen uit de Renderworksinstellingen te gebruiken (zie Renderworks op maat - instellingen). |